Er waren eens een koning en een koningin. Ze waren heel gelukkig met hun mooie paleis, hun goede onderdanen. Het meest gelukkig waren ze met hun prachtige dochter. Hun dochter was hun prinses. Ze was ook de kroonprinses. Dat betekende dat ze later de koningin van het land zou worden.
Toen zij geboren werd, werden de koning en de koningin de gelukkigste mensen van de wereld. Hun dochter was het mooiste meisje dat ze ooit gezien hadden. Ze gaven haar de mooie naam Afrodite, genoemd naar de Griekse mythologische godin van de liefde en de schoonheid. Prinses Afrodite groeide op in een gelukkig gezin. Haar moeder was de liefste en haar vader de sterkste en de slimste.
Maar op een dag kwam er een einde aan het geluk. De koningin, Afrodites moeder, stierf. Zonder dat iemand het had verwacht, ging de mooie lieve koningin opeens dood. De koning, de prinses en het hele land rouwden van verdriet om het verlies van de koningin.
Maar de koning was koning en hij moest veel werk doen om het land goed te besturen. De ministers aansturen, de buurlanden bezoeken en soms moest hij zelfs naar een heel ver land op staatsbezoek. Hij vond het niet fijn om prinses Afrodite alleen thuis te laten en daarom zocht hij een nieuwe vrouw die ook een nieuwe moeder voor Afrodite kon zijn. Niet lang daarna trouwde de koning en kwam er een nieuwe koningin en voor Afrodite een nieuwe moeder. Natuurlijk zou de nieuwe moeder nooit zo lief kunnen zijn als haar eigen mama, maar het was beter dan niets, had de koning gedacht.
Afrodite kreeg een stiefmoeder. En zoals in elk sprookje was het geen lieve stiefmoeder. De stiefmoeder hield helemaal niet van de koning en nog minder van zijn dochter. Ze hield alleen maar van zichzelf en wat zij wilde was zelf koningin worden. Afrodite was dan wel de kroonprinses maar daar zou zij verandering brengen. Ze wachtte op het juiste moment. En dat moment kwam op de dag dat de koning op Staatsbezoek moest naar het andere eind van de wereld. Hij zou maanden van huis weg zijn. Op de dag dat hij weg ging, veranderde het leven van zijn dochter helemaal. In plaats van prinses werd zij het dienstmeisje, de slavin. Ze moest poetsen, naaien, opruimen, koken, ... Haar kamer werd afgepakt en haar bed werd in de schuur in de tuin gezet. Het duurde niet lang of niemand wist meer wie zij was. Iedereen die in het paleis kwam of werkte, dacht dat zij het dienstmeisje was. Niemand was nog vriendelijk tegen haar, ze werd gecommandeerd, geslagen, kreeg altijd kritiek en nooit een compliment. En zelfs haar mooie naam werd nooit meer uitgesproken.
Na een tijdje wist Afrodite ook zelf niet meer wie ze was. Haar moeder was dood, haar vader was ver weg, en de mensen die voor haar moesten zorgen, gebruikten haar voor zichzelf. Langzaamaan begon ze te geloven dat zij het dienstmeisje was, de slavin. En nog een beetje later geloofde ze dat ze niets meer kon en niets waard was dan dat. De herinnering aan het leven als dochter van de koning in het paleis vervaagde en leek een droom die nooit echt waar geweest was. Afrodite was helemaal alleen, ze was zichzelf kwijt omdat ze alle leugens over zichzelf was gaan geloven. En soms hoopte ze dat ze net als haar moeder op een dag gewoon zou sterven en dat dan alles voorbij zou zijn.
Gelukkig maar dat in een sprookje altijd alles goed komt. Want op een dag.... kwam de koning thuis. Het eerste wat de koning deed toen hij thuis kwam, was op zoek gaan naar zijn dochter. De prinses. Afrodite.
Wat werd hij boos toen hij haar niet in haar kamer tussen haar mooie spullen vond, of spelend met haar vriendinnen in de mooie tuin van het paleis. Nee, hij vond haar in een hoekje van de keuken. Helemaal vuil, en mager. Moe. Haar kleren versleten en gescheurd. Tranen van boosheid en verdriet vulden zijn donkere boze ogen.
Afrodite! zei hij. Zijn stem klonk liefdevol en warm. Er ging een schok door Afrodite heen. Opeens wist zij weer wie zij was. Zij was Afrodite.
Er kon maar een persoon haar naam op die manier uitspreken. En dat was haar vader, de koning. Haar vader wist wie zij echt was. Haar vader kon haar uit deze situatie redden. En dat zou hij doen ook.
Eerst pakte de koning het kleine vuile magere hoopje dochter in zijn armen. Het maakte niet uit hoe vuil ze was, hij hield van haar.
En toen riep hij al zijn personeel en gaf ze de opdracht om snel en goed voor haar te zorgen. Een bad, nieuwe kleren, haar kamer in orde, eten.
Alles werd geregeld. Afrodite werd weer de prinses. De dochter van de koning.
En de stiefmoeder... die stuurde hij weg. Want, zei de Koning, Niemand heeft het recht om mijn geliefde dochter zo te behandelen als jullie hebben gedaan!! Niemand! Dus ga jij nu maar weg. Ver weg.
Tegen Afrodite zei hij: Vergeet nooit, dat ik je vader ben en dat ik jou ken. Jij bent waardevol in mijn ogen.
Dit verhaal schreef en vertelde ik t.g.v. Cherutzondag 2019 voor een groep kinderen. De realiteit in dit verhaal waarin een meisje zichzelf kwijtraakt en zelfs leugens over zichzelf gelooft door wat anderen haar aandoen, is bedoeld als voorbeeld van hoe slachtoffers van prostitutie en ander geweld en machtsmisbruik hun zelfwaarde en identiteit, letterlijk en figuurlijk kunnen verliezen. De liefde van de vader kon haar terugbrengen in de realiteit. De liefde van God de Vader is een weg naar genezing.
Reactie plaatsen
Reacties
Mooi geschreven Margreet
Ons identiteit is in Christus 🤍