Corona-beelden – 1
Ze heeft veel gezichten. Gezichten van mensen die onbezorgd gingen skiën , gezichten van zieken die als gevolg van een onderliggende kwetsbaarheid doodziek op de Intensieve zorgen terechtkwamen en daarna maandenlange revalidatie voor de kiezen kregen. Gezichten van dokters die met hun teams hele afdelingen reorganiseerden en onvermoeibaar doorgingen met vechten voor elk leven dat in hun handen kwam. Gezichten van virologen, experts om ons hier doorheen te loodsen. Gezichten van politici, maar ook van postbodes, caissieres en die ene vriendin, sales manager in een bedrijf dat o.a. desinfecterende handgels verkoopt aan professionals.
Op mijn pad tijdens Corona zag ik ook andere gezichten. Gezichten die niet op de televisie kwamen, niet gerekend worden tot de corona-helden, gezichten van de andere kant van Corona. Gezichten die ik tegenkwam op straat, waar we opeens met een boog om elkaar heen moesten gaan. Gezichten tijdens de fietstochten of wandelingen in het park tijdens de beweegsessies die ons werden aangeraden. Gezichten die een ander verhaal vertelden. Gezichten die ik als ik fotograaf zou zijn, of schilder, op beeld zou vastleggen omdat ze spreken zonder dat ze praten.
Corona, we leerden je kennen als genadeloos. Maar je leerde me andere gezichten te zien. Gezichten die mij een beeld gaven bij Corona. Gezichten die ik zag, of die ik me voorstelde, als ik iemand sprak. Enkelen legde ik vast op beeld. Niet als fotograaf of kunstschilder, maar als schrijver.
Coronabeelden 2020
18 maart 2020 om 8.30u
Om 12 u gaat de samenleving in lockdown. Alleen alles wat essentieel is, zal openblijven en dit gepaard gaande met de nodige maatregelen, maar voor de rest gaat de samenleving op slot. De scholen, de sportclubs, de bedrijven, de niet-essentiële winkels, het zwembad, de kerken en moskeeën, de cafe’s, de musea en concertzalen, alles gaat dicht.
Ook voor mij verandert de wereld. En die ochtend rijd ik voor het laatst in heel veel weken naar mijn werk. Telewerk wordt de norm, maar een aantal zaken dienen nog afgehandeld te worden. Ik rij door de stille straten van de stad. De normale bedrijvigheid van een stad die wakker wordt, is er niet. De zon schijnt stralend over de straten en gebouwen en ondertussen hoor ik op de autoradio dat de presentator van Klara vanuit zijn kot presenteert met prachtig uitzicht op het Eilandje in Antwerpen.
En dan zie ik haar. Christine. Als een standbeeld zit ze op haar rollator doodstil voor zich uit te staren. Het is een aandoenlijk beeld. De stille houding en starende ogen, maken mij nieuwsgierig naar wat ze denkt. Ook voor haar is de wereld van de een op de andere dag veranderd. Alles om haar heen is stilgevallen. Op andere momenten, meerdere keren per week zag ik haar op haar wandelingen door de wijk, waarbij ze stopte bij de verschillende koffiebars en café’s, hier voor een koffietje, daar voor een pintje, maar altijd voor het contact. Het contact met het personeel in de horeca of de supermarkt. En vaak was een lach of een ‘hoe is t Christine?’ genoeg voor haar om terug te lachen.
En nu zit ze hier. Helemaal alleen. Op haar rollator. Haar kunstbeen steunt op de grond en haar goede been hangt .
Eerder toevallig kijkt ze mijn kant op en ik steek spontaan mijn hand naar haar op en lach. Het starende, stuurse gezicht klaart op. Ze lacht terug.
Het beeld van de vrouw op haar rollator voor zich uit starend in een lege straat in haar anders bruisende volkswijk is een beeld dat me de hele lockdownperiode bijblijft. Een gezicht van Corona.
Ik vraag me vaak af hoe het met haar gaat. Zou ze het redden nu ze in haar kot moet blijven en als ze buiten komt, niet meer kan doen dan een wandelingetje zonder tussenstops voor een koffietje of een pintje? Ziet ze nu alleen nog de kassierster van de supermarkt en misschien af en toe de dokter? Wat hoop ik dat het goed met haar gaat.